Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Doelstelling: Naar aanleiding van het boek ‘De witte media – Of waarom allochtonen altijd slecht nieuws zijn' van Katleen de Ridder, werkzaam bij het Minderhedenforum, wil ik nagaan of studenten journalistiek en professionele journalisten zich bewust zijn van de witheid van de Vlaamse media. Bij de analyse van deze twee domeinen wordt aangetoond wat de perceptie is van studenten journalistiek en professionele journalisten omtrent de representatie en beeldvorming van etnische minderheden in Vlaamse media en in welke mate deze perceptie verschilt en/of overeenstemt. Middelen of methode: De perceptie omtrent diversiteit in de Vlaamse media van het professionele domein werd geanalyseerd door 2 oriëntatie-interviews met 2 journalisten op de redactie van het magazine MO*. De perceptie van het educatieve domein werd geanalyseerd door een focusgroepgesprek met 7 studenten van de journalistiekopleiding van hogeschool HUB onder leiding van Katleen De Ridder als experte ter zake. Beide onderzoeksterreinen werden onderworpen aan een kwalitatieve contrastieve analyse aan de hand van framingtheorie. Resultaten: Uit de interviews en het focusgesprek blijkt dat de diversiteit in Vlaamse media in een vicieuze cirkel zit waarbij het mediabedrijf (inclusief journalisten), het onderwijs en de politiek met elkaar in conflict zitten. Het onderwijs blijkt de sleutel te zijn om tot interculturele en inclusieve Vlaamse media te komen die de samenleving weergeeft zoals ze is : multicultureel. Professionele journalisten lijken meer betrokken bij de diversiteitkwestie dan de meer gematigde studenten journalistiek die zelf met veel vragen blijven zitten. Beide onderzoeksdomeinen zijn zich bewust van de diversiteitskwestie in de media en achten het nodig om hierin verandering te brengen.

Berichtgeving. --- Diversiteit. --- Etnische minderheden. --- Framing. --- Media. --- Multiculturalisme. --- Representatie. --- Sensatie. --- Splitting. --- Stereotypering. --- Studie van maatschappelijke aspecten.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Doelstelling: Dit werk onderzoekt de mate waarin er over de Irak-oorlog in de twee kwaliteitskranten De Standaard en De Morgen werd bericht. Bovendien onderzochten we welk soort artikels voorkwamen en hoe lang die waren. Het tweede stuk van dit onderzoek spitste zich toe op een analyse van het discours dat in beide kranten werd gehanteerd. Daarvoor gebruikten we de principes van Carpentier (1999), zoals hij ze toepaste in zijn onderzoek naar de berichtgeving over de oorlog in Kosovo. Op deze manier analyseerden we 58 artikels uit De Standaard en 56 artikels uit De Morgen die verschenen tussen 20 maart en 2 mei 2003, de periode van de militaire invasie van Irak. Middelen of methode: Voor ons onderzoek gebruikten we de frames van Semetko & Valkenburg (2000) om de frames in beide kranten te bepalen, de principes van Carpentier (1999) om op zoek te gaan naar overeenkomsten met de oorlog in Kosovo, en de theorie omtrent artikelsoorten van Kussendrager en van der Lugt (2007) om te onderzoeken welk soort artikels zoal verschenen. Resultaten: Uit ons onderzoek bleek dat alle frames in zowel De Standaard als De Morgen voorkwamen. Bovendien schreven beide kranten vaak over dezelfde onderwerpen, maar werden deze onderwerpen in enkele gevallen aan verschillende frames toegeschreven. Een bericht over de Irak-oorlog had een gemiddelde lengte van 500 tot 600 woorden. Naast nieuwsberichten en –verhalen waren er vaak ook achtergrondberichten, reportages, interviews te bespeuren. Vooral het Human Interest frame vertoonde een grote variatie aan artikelsoorten. Het tweede deel van het onderzoek wees uit dat principes van personificatie, demonisering, heroïsering, technologisering, virtualisering, (de)militarisering en hegemonisering in beide kranten uitgebreid aan bod kwamen. Toch bleek dat de Morgen geen voorbeelden van personificatie van de oorlog bevatte. Deze waren wel aanwezig in De Standaard. Beide kranten bleken elementen van kritiek op het conflict te weerspiegelen.

Discourse analysis. --- Framing. --- Printed media. --- Studie in de meertalige communicatie. --- The Iraq War.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Doelstelling: Het hoofddoel van deze studie is een analyse van de verslaggeving over Vlaanderen in de Belgische Duitstalige krant Grenz-Echo. Hoewel de krant voornamelijk verslag uitbrengt over regionaal nieuws, wordt er elke dag ook aandacht besteed aan nieuws uit Vlaanderen, Wallonië en België. Enerzijds wordt kwantitatief onderzocht hoe vaak Grenz-Echo verslag uitbrengt over Vlaanderen, anderzijds wordt de inhoud van deze verslaggeving steekproefsgewijs kwalitatief onderzocht. Middelen of methode: Als achtergrond voor dit onderzoek werden verscheidene artikels en monografieën over beeldvormingsonderzoek geraadpleegd. Deze secundaire literatuur wordt kort in de masterproef voorgesteld. Voor het onderzoek zelf werd een corpus samengesteld met alle Grenz-Echo-artikels over Vlaanderen uit de periode januari -september 2010. Dit corpus werd eerst aan een kwantitatieve analyse onderworpen (aan hand van vijf parameters). Vervolgens werd op een deel van het corpus ook een kwalitatieve analyse uitgevoerd. Omdat het praktisch onmogelijk was om een kwalitatieve analyse uit te voeren op alle artikels uit het corpus, werd een steekproef uitgevoerd m.b.t. de verslaggeving over de Vlaamse politicus Bart De Wever en zijn partij, de N-VA. Resultaten: Uit de kwantitatieve analyse blijkt dat het aandeel aan artikels over Vlaanderen inderdaad beperkt is. Belangrijk hierbij is het verhoogde aantal artikels in de maanden april en juni, de maanden waarin de regering Leterme II viel en er nieuwe federale verkiezingen plaatsvonden. Mede daardoor is "politiek" het thema waarover het vaakst gepubliceerd werd. De artikels uit het corpus zijn meestal vrij kort. Opmerkelijk is wel dat een deel ervan op de eerste pagina van de krant werd gepubliceerd en dat de journalisten zich voor de artikels over Vlaanderen niet alleen op Nederlandstalige, maar ook op Franstalige bronnen baseren.Uit de kwalitatieve analyse blijkt dat over Bart De Wever algemeen vrij neutraal tot positief geschreven werd. Uit de discourse analysis blijkt dat De Wever het vaakst met de vrij neutrale term "N-VA-Chef" werd benoemd, maar dat er ook vaak positieve adjectieven werden toegekend. Uit de framing analysis blijkt dat er geen negatieve frames opduiken: De Wever wordt niet als vijand van de Franstaligen afgebeeld, de schuld voor de moeilijke onderhandelingen wordt niet bij hem gelegd en er wordt ook gerelativeerd dat De Wever en zijn partij het einde van België willen. De negatieve berichtgeving uit de Franstalige pers wordt vaak geneutraliseerd.

Grenz- Echo. --- Kwalitatieve analyse (Discourse analysis). --- Kwalitatieve analyse (Framing analysis). --- Kwantitatieve analyse. --- Studie in de meertalige communicatie. --- Verslaggeving over Vlaanderen.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Doelstelling: Het doel van deze thesis is om na te gaan of de representatie van vrouwen en mannen gendergeladen is in De Standaard en Het Laatste Nieuws. Zoals de onderzoeken van Mediawatch (1995), Demoor en Saeys (2000) en Biltereyst en Peeren (2003), onderzoeken we in welke mate stereotypen over mannen en vrouwen optreden in de kranten en of er in dat geval verschillen optreden tussen beide kranten. Middelen of methode: Via een deductieve framinganalyse en een kwalitatieve inhoudsanalyse worden 119 krantenartikels van De Standaard en Het Laatste Nieuws (Binnenlands Nieuws) onderzocht (2007-2010) op semantisch gebied. Resultaten: Onze studie toont aan dat de journalisten van De Standaard en Het Laatste Nieuws mannen en vrouwen vaak op dezelfde manier afbeelden. In tegenstelling tot Demoor en Saeys (2000) leert de deductieve framinganalyse ons bijvoorbeeld dat mannen in beide kranten vaker worden afgebeeld als slachtoffers. Vrouwen worden daarentegen vaker dan mannen voorgesteld in relatie tot hun familie. Daarnaast leert de deductieve analyse ons dat de mening van de vrouw minder telt en als minder belangrijk wordt beschouwd aangezien journalisten vrouwen minder vaak citeren dan mannen. Voorts leert de deductieve analyse ons dat mannen als intelligenter en belangrijker worden gestereotypeerd doordat journalisten hen vaker afbeelden als deskundigen dan vrouwen. De kwalitatieve inhoudsanalyse toont dat beide kranten mannen voorstellen als sterke personen met een duidelijke mening en een sterke wil. Dit uit zich niet alleen in het feit dat de citaten van mannen langer en expressiever zijn, maar ook in het feit dat mannen worden afgebeeld als hoofdrolspelers, harde werkers, volharders die recht op hun doel afgaan. Mannen worden ook vaak negatief afgebeeld als leugenaars, bedriegers, koppig, opstandig, agressief en achterdochtig. Tot slot toont de kwalitatieve inhoudsanalyse aan dat mannen stereotiep worden afgebeeld als snelheidsduivels. Dit laatste uit zich onder meer in de snelle auto's en de luxe auto's waarmee mannen worden geassocieerd in de kranten.Naast al deze gelijkenissen tussen de kranten leren de deductieve framinganalyse en de kwalitatieve inhoudsanalyse ons dat de journalisten van Het Laatste Nieuws vaker in stereotypen vervallen dan de journalisten van De Standaard. Aan de hand van de deductieve analyse stellen we bijvoorbeeld vast dat de journalisten van De Standaard vrouwen op een positievere manier voorstellen. Vrouwen worden vaker dan in Het Laatste Nieuws voorgesteld als deskundigen en minder

Binnenlands Nieuws. --- De Standaard. --- Framing. --- Gender. --- Het Laatste Nieuws. --- Kwalitatieve inhoudsanalyse. --- Nederlandstalige pers. --- Studie in de meertalige communicatie.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Doelstelling: Deze masterproef onderzoekt in welke mate het taalgebruik van sportartikelen in de Vlaamse pers gendergeladen is. De studie gaat meer precies na welke stereotiepen van mannen en vrouwen geproduceerd worden en of er in dat geval verschil optreedt tussen een populaire krant en een kwaliteitskrant. Middelen of methode: Dit onderzoek legde eerst een corpus aan van alle artikelen verschenen in De Standaard en Het Laatste Nieuws tussen 2002 en 2008 van zowel de sportvrouwen (Els Callens, Kim Gevaert en Karin Donckers) als de sportmannen (Olivier Rochus, Cedric Van Branteghem en Ludo Philippaerts) van de drie geselecteerde sporten (tennis, atletiek en paardensport). Om het onderzoeksmateriaal te reduceren, werd per jaar een kunstmatige maand (1e week van januari, 2e week van februari, 3e week van maart en 4e week van april) gevormd, gebaseerd op de kunstmatige week uit het onderzoek van Demoor en Saeys (2000). Om een zo representatief mogelijk resultaat te bekomen, werden de 129 artikelen geanalyseerd aan de hand van een tabel, gebaseerd op het framing-principe, in combinatie met een kwalitatieve inhoudsanalyse. Resultaten: De analyse van het corpus toont aan dat er in het algemeen evenveel aandacht besteed wordt aan de resultaten van de sportvrouwen als aan die van de sportmannen en dat de goede prestaties van de vrouwen meestal ook positief worden voorgesteld. Journalisten gebruiken wel vaak werkwoorden die mannelijk geconnoteerd zijn om de goede prestaties van de vrouwen te beschrijven en presenteren vrouwen meermaals in relatie tot hun man. Beide fenomenen tonen aan dat de man beschouwd wordt als de norm. Journalisten vervallen soms in stereotiepen: vrouwen zijn mooi, sexy en interesseren zich voor hun uiterlijk, terwijl mannen als groot, sterk en echte winnaars worden voorgesteld. Het feit dat journalisten (o.a. met bijvoeglijke naamwoorden) vaak inspelen op de vrouwelijkheid van de sportvrouwen en op het sexy image van vrouwensport in het algemeen, verraadt als het ware een mannelijke invalshoek. Sportmannen genieten veeleer bijvoeglijke naamwoorden die hun persoonlijke kwaliteiten benadrukken of hun goede prestaties extra in de verf zetten. Als journalisten over vrouwen spreken, gebruiken ze bovendien, in tegenstelling tot bij de mannen (2x), vaak een verkleinwoord (18x). Zo lijkt het alsof vrouwen minder serieus genomen worden of zelfs minder belangrijk zijn. Het frame dat het meest prominent uit de kwalitatieve inhoudsanalyse naar voren kwam, was het frame van de rivaliteit die stereotiep onder vrouwen heerst. Vrouwen worden voorgesteld als jaloers op elkaar en onverdraagzaam. De vergelijking tussen beide kranten toont ten slotte aan dat Het Laatste Nieuws meer artikelen (83/129) aan sport wijdt dan De Standaard, een sensationelere schrijfstijl hanteert en zo ook vaker in stereotiepen vervalt.

De Standaard. --- Framing. --- Gender. --- Het Laatste Nieuws. --- Kwalitatieve inhoudsanalyse. --- Nederlandstalige pers. --- Sportverslaggeving. --- Stereotypering. --- Studie in de meertalige communicatie. --- Vrouwen in de media.